Informatie


Geen contributie rechtstreeks?

Met de nieuwe afspraak sinds 2018 tussen Ressort Wonen i.v.m. het contributiebeleid, hebben wij een vaste vergoeding per huurwoning afgesproken. Met andere woorden: 'ieder huis is lid', tenzij... En met dit 'tenzij' kan iemand per brief aan Ressort Wonen aangeven dat hij of zij expliciet GEEN lid wil zijn. Prima geregeld zo. Geen last van de AVG wetgeving, geen blamages aan de deur wanneer een lid de contributie niet had voldaan en bleek via de nieuwe bewoner, al drie jaar te zijn overleden.

Een kleine terugblik

De Huurdersvereniging Rozenburg (HVR) is opgericht op 6 juli 1982 al was dat nog niet met de huidige naam. Voordien waren er twee woningverhuurders actief in Rozenburg, namelijk de gemeente Rozenburg en Woningbouwvereniging Rozenburg. Na het opheffen van het gemeentelijk Woningbedrijf werd deze geprivatiseerd en kwam de Woningbouwvereniging Nieuwe-Waterweg erbij, welke later werd gefuseerd met Woningstichting Ressort Wonen evenals Woningbouwvereniging Rozenburg. De naam van de huidige huurdersvereniging is bij notariële akte ontstaan uit de Huurdersvereniging ’82 op 21 december 2000. 

Behartigen van de belangen van huurders

De HVR is de belangenbehartiger van huurders en niet alleen die van Woningstichting Ressort Wonen, maar ook die van particuliere verhuurders. De HVR wordt ondersteund door de Nationale Woonbond waar wij lid van zijn. 

Hoe pakken wij het daadwerkelijk behartigen van die belangen aan? Nou, daarbij staan ons een paar belangrijke handvatten bij ten dienste, namelijk de Overlegwet die van kracht is geworden op 1 december 1998 en kent daarin huurdersorganisaties formele rechten op informatie toe en van overleg met en advies aan de woningbouwvereniging. Dit geldt bovendien voor Bewonerscommissies, gevormd door huurders van bepaalde wooncomplexen of straten of buurten. 

Een verbetering van de rechten in de Overlegweg vond plaats op 1 juli 2015 tegelijk met de Woningwet 2015 die ook toen van kracht werd na de wantoestanden bij sommige woningbouwverenigingen elders in ons land waarbij alle Nederlandse woningcorporaties in zijn algemeenheid onder strenger toezicht kwamen te staan vooral op financieel gebied. De goeden moesten onder de kwaden lijden. 

Ook zijn de bevoegdheden niet alleen van woningbouwverenigingen maar ook die van huurdersorganisaties omschreven. Overigens hebben wij in Rozenburg nooit te maken gehad met een woningbouwvereniging die een financiële wantoestand veroorzaakte en geen goede verhuurder is geweest.

Dat betekent overigens niet dat wij het overal mee eens zijn en dat er niets meer te bespreken valt bij Ressort Wonen. Er komen steeds meer onderwerpen op tafel, waar we ons terdege in moeten verdiepen. Bijscholing is dan ook een continu proces geworden. Het behartigen van huurdersbelangen maakt een evolutie door waarvan het einde nog niet in zicht is.  

Onze voorgangers/bestuurders hebben destijds al hun best gedaan om de belangen van de huurders zo goed mogelijk te vertegenwoordigen wat nog steeds respect afdwingt, terwijl tegenwoordig van het bestuur meer en meer gevergd wordt in de vorm van adviesrecht. Dat maakt dat nu juist een 'baan' in het bestuur zo boeiend is, omdat het ook direct zoden aan de dijk zet voor de huurders al blijft al dit werk over het algemeen buiten het gezichtsveld van de buitenstaander.